Meergeulensysteem

De Westerschelde is een meergeulensysteem, met hoofd- en nevengeulen, zandplaten, slikken en schorren. De geulen zijn ontstaan door de stroming van het water. Door het getij is er zowel een geul waar water binnenstroomt als één waar het water weer richting zee stroomt, de vloed- en ebgeul. Tussen deze hoofdgeulen liggen hoger gelegen zandplaten, die doorsneden worden door een wirwar van kleinere geulen, die zich regelmatig verplaatsen.
Diversiteit
Door de sterke stroming en het veel opdwarrelende materiaal op de bodem van de Westerschelde, leven er maar weinig bodemdieren. Op en in de slikken en schorren langs de oevers van de Westerschelde leven dan wel weer heel wat verschillende soorten planten en dieren. In de diepe geulen van de Westerschelde zijn bij speciale expedities botten van walvissen en grote landzoogdieren van vóór de ijstijden opgevist.
Zandplaten
Tussen het vlechtend patroon van de geulen liggen zandplaten. Deze platen vallen droog met laagwater en overstromen bij hoogwater. De platen verplaatsen zich doordat ze aan één kant afkalven en aan de andere kant groeien door zandafzetting. Als de zandplaten bij eb boven water komen staan, zie je de zeehonden samentroepen om te zonnen.
Drempels in de Westerschelde

Ondiepe stukken in de geulen worden drempels genoemd en komen vaak voor in het Schelde-estuarium. Ze ontstaan door natuurlijke processen. Drempels komen voor in rechte stukken, tussen twee bochten of op de overgang tussen twee geulen. Zo'n drempel kan de schepen die de haven van Antwerpen willen bereiken belemmeren. Baggeren van de drempels zorgt ervoor dat de vaarweg diep genoeg blijft. Het meeste weggebaggerde zand wordt teruggestort. Eén tot twee miljoen kubieke meter zand wordt jaarlijks voor de zandwinning gebruikt.
Eb- en vloedgeulen
De ebgeulen voeren voornamelijk water af dat naar zee stroomt. Deze zijn relatief diep. De scheepvaart gebruikt ze als vaargeul. In de Westerschelde slingert de ebgeul met grote bochten van de ene naar de andere oever. Tijdens vloed dringt het zeewater met een sterke stroming het estuarium terug binnen langs de vloedgeul. Het opgestuwde water heeft de neiging om zoveel mogelijk rechtdoor te stromen. Hierdoor worden rechte en brede vloedgeulen in de Scheldebodem getrokken. Deze geulen zijn minder diep dan de ebgeulen. In het verleden verplaatsten de ebgeulen zich richting de oevers. Vandaag zijn de geulen als het ware gevangen door de dijken en inpolderingen.
De waddenbieb
Meer dan 1800 internetpagina's over het Waddengebied en de Noordzee: dieren, planten, geologie, landschap, visserij, recreatie, noem maar op.
Naar de index
Buitenprogramma's

Vroeger zwierven de Schiermonnikogers langs het strand op
zoek naar bruikbare spullen die de zee op het strand had
neergelegd. Tot op de dag van vandaag geeft de zee haar
geheimen nog dagelijks prijs. Tijdens de jutterstocht
ontdek je wat er aangespoeld is en leer je van alles over
de schelpen, de zeesterren en de krabben op het strand en
gaan we op zoek naar dat oude flesje met het vergeelde
briefje..
Meer info
Voorbereid op pad
Leerlingen uit de onderbouw gaan op verkennings- en
belevingstocht. In de bovenbouw doen de leerlingen zelf
onderzoek. Bij de waddencentra is dat mogelijk in diverse
programma's. Voorbereiding op school is hierbij
essentieel. Voor zowel docenten als leerlingen bieden we
ondersteunend materiaal.
Meer info
Waddenzee woordenboek

In dit woordenboek kun je namen en betekenissen in alle
Waddenzee talen opzoeken!
Woordenboek downloaden
Waddenweer

Het weer op de waddeneilanden is zonniger, iets kouder en
winderiger dan op het vaste land. De eilanden hebben vaak
helder licht omdat er weinig stof van de grond, het
verkeer of de industrie komt, en omdat het licht
weerkaatst op zee rondom.
Meer over het waddenweer
Internationale uitwisseling

Door een nauwe samenwerking tussen de Waddenzeeschool en
de International Wadden Sea School (IWSS), zijn er ook
internationale projecten en uitwisselings-mogelijkheden op
deze website te vinden.
Meer info